Posts tonen met het label REVIEWS. Alle posts tonen
Posts tonen met het label REVIEWS. Alle posts tonen
donderdag 26 april 2012
Het Nederlandse Fotoboek
Een afvaller uit de selectie van Het Nederlandse Fotoboek, waardoor wel tekst beschikbaar:
Titel: Family Tree
Fotograaf: Ringel Goslinga
(Tekst)auteur(s): Ringel Goslinga
Beeldredactie: Johan Thermaenius, Roger Willems, Ringel Goslinga
Vormgever: Johan Thermaenius, Roger Willems
Uitgever: Veenman Publishers, Rotterdam
Jaar: 2007
ISBN: 978-90-8690-122-7
Oplage: 750 exemplaren
Partijrestant in 2009 overgenomen door Fw:, Amsterdam. ISBN 978-94-90119-02-7
Formaat: 17 x 24 cm (breedte x hoogte)
Uitvoering: gebonden
Druk: Veenman Drukkers, Rotterdam
Aantal pagina’s: 256 (niet gepagineerd)
Aantal afbeeldingen: 108, tritone
Taal: Engels
Website: www.ringelgoslinga.com
Anders dan de titel suggereert, is Family Tree geen stamboom. Althans niet zoals we
die kennen. Als een soort zelfonderzoek portretteerde Ringel Goslinga alle mensen
die op enig moment belangrijk in zijn leven waren of wier leven onlosmakelijk met
het zijne verbonden is. Hij deelde zijn netwerk van familie, vrienden en bekenden in
vier kringen in: die van hemzelf, die van zijn vader, die van zijn moeder (zijn ouders
scheidden toen hij drie jaar was) en die van zijn verwanten. Soms staan de foto’s
direct naast of na elkaar, soms worden ze gevolgd door een of meer witte pagina’s.
Dit om verschil aan te geven in de mate of de levensfase waarin die personen van
invloed op zijn persoonlijke ontwikkeling zijn geweest. Hun beeltenissen zijn als het
ware op de schillen van een ui geplaatst. Het geheel is een reeks schitterende zwartwit
portretten, voortreffelijk in tritone gedrukt in een perfect vormgegeven boek dat
in 2007 bekroond werd bij De Best Verzorgde Boeken. Family Tree - dat door een
website met slideshow ondersteund wordt - is geen traditionele stamboom, maar
een zelfonderzoek. Door te kijken hoe hij zich tot anderen verhoudt, vormt Goslinga
een beeld van zichzelf en van zijn roots. Waarmee de 108 portretten in wezen
zelfportretten zijn en Family Tree intrigerend harmonieert met Richard Avedons
uitspraak “My portraits are more about me than they are about the people I
photograph.”
PM
zaterdag 28 mei 2011
woensdag 11 mei 2011
++++o

Copy: NRC Next, woensdag 11 mei 2011, pagina 28.
Met trots een stip in het leven van Ringel Goslinga
Bij de visuele verbeelding van een netwerk denk je meteen aan viezige organogramachtige bedrijfsgraphics. Of aan de spuuglelijke digitale beeldtaal van een social netwerk. Niet bij Ringel Goslinga. Bij hem worden mensen in hun relatie met elkaar, met hem en met de stad waarin ze allen wonen geabstraheerd tot een verbluffend eenvoudig en overzichtelijk geheel. Iedereen is simpel gezegd een stip. Een zwarte stip in een wit vlak. Wat een mooie metafoor om de mensen die je pad kruisen in het leven zo te kenmerken. En wat een mooie beeldtaal. De omslag is niet meer dan een wit blad met een patroon van zwarte stippen, hier en daar samengeklonterd tot clusters. Achterin het boek kun je uitzoeken wie waar precies op z’n plek valt, op de plattegrond van Amsterdam. Op de ene pagina staat bovenaan de naam (niemand heeft en achternaam), ergens gepositioneerd op het witte vlak. Op de andere bladvullend het zwart-witportret. Gemaakt op straat, op de plek waar de mensen samenvallen met de zwarte stip die ze zijn. En dat niet alleen naaste buren, collega’s, familie en vrienden. Maar ook de man die de hond uitlaat in Goslinga’s straat, de brugwachter, de medewerkster van het tankstation en de uitbater van de stripwinkel. Allen even intiem, zacht en gevoelig gefotografeerd. Soms tot de schouders, soms bovenlijf of te voeten uit. Eerder haalde Goslinga al een soortgelijke visualisering met een vergelijkbaar thema uit, met zijn boek Family Tree. Daarvoor fotografeerde hij mensen in de omgeving van zijn vader, zijn moeder en van hemzelf, gepresenteerd in de vorm van een stampboom. Hij noemt het ‘een autobiografie binnen de mogelijkheden van de fotografie’. Goslinga laat de lezer alles van hem zien, zonder zichzelf in beeld te brengen. Ik denk dat je met trots een stip in het leven van Goslinga kunt zijn.
Viola Lindner
dinsdag 8 maart 2011
Vriend of vijand in mijn stad

PhotoQ - Recensies - Boeken
Vriend of vijand in mijn stad
8 maart 2011 »
door Han Schoonhoven
Elk mens is om en nabij zeven handdrukken verwijderd van ieder ander mens. In zijn nieuwste publicatie, City People, maakt fotograaf Ringel Gosinga dit soort verbanden tastbaar.
August Sander portretteerde een persoonlijk overzicht, zijn wereld, de maatschappelijke orde in het Duitsland van begin twintigste eeuw. Hij bundelde die foto’s in een boek: Antlitz der Zeit. Sechzig Aufnahmen deutscher Menschen des 20. Jahrhunderts. Eigenlijk is City People niet zoveel anders. Portretten van mensen die een rol spelen in het leven van Goslinga’s favoriete neef Juda, zoon Yvan en zijn beste vriend Jeroen. Vervolgens fotografeerde hij zijn directe buren, bewoners van zijn straat, buurt- en andere stadgenoten, eigenaars en personeel van door hem bezochte winkels en zijn naaste collega’s. Goslinga en Sander, portretfotografen met een uitgesproken humanistische interesse en behoefte aan ordening, zoiets.
Ringel Goslinga fotografeert dus in zijn eigen stad, op zwart-wit film, met een technische camera. Wanneer historici uit volgende eeuwen zich in de Amsterdamse archieven begeven en daar het verzameld werk van deze fotograaf aantreffen raken ze in de war. Grote zwart-wit negatieven van een professionele fotograaf uit het tweede decennium van de 21ste eeuw? Dat kan toch niet, die moeten geantidateerd zijn. Dat is twintig jaar na de digitale revolutie! Maar nee, de datering klopt. Alle opnamen in dit hagelnieuwe boek zijn de afgelopen jaren gemaakt met een forse analoge camera, echte negatieven en zo’n doek.
Net als in zijn eerste publicatie, Family Tree, fotografeert Goslinga dicht op de huid. Het werkt, die pasfoto’s in de derde graad, maar dan ontstaat er bij mij gaandeweg behoefte aan context. Ook in City People is daarin voorzien. De fotograaf neemt af en toe wat meer afstand en maakt gebruik van het ‘Amsterdams Behang’, zoals portretfotograaf Philp Mechanicus het noemde: bakstenen muren. Er verschijnt soms vegetatie in beeld of een deel van een straat, zodat de serie kan ademen.
Dankzij Jeanni weet ik mij twee handdrukken verwijderd van Jimi Hendrix. Dat betekent op zich niets, maar vind ik toch een grappig idee. ‘Don’t be a stranger’. Goslinga maakt portretten van stadgenoten, laat Amsterdam krimpen en dat is waarschijnlijk beter zo.
City People
fotografie: Ringel Goslinga
ontwerp: Hans Gremmen
paperback, 15,5 bij 20 cm, 304 pagina’s, 122 foto’s in zwart wit
uitgever: Roma publications
oplage: 600
prijs: 29,50 euro
Goslinga bladert door zijn nieuwe boek op: www.youtube.com
woensdag 2 maart 2011
Kringen rond Ringel


Ringel Goslinga heeft in City people de mensen uit zijn eigen leven gefotografeerd - van zijn geliefde tot zijn favoriete kassajufrouw. En daarmee maakte hij ook een intrigerend portret van de stad Amsterdam en zijn bewoners. 'City people gaat over mijn dorp Amsterdam'.
Mark Moorman
Hoeveel mensen komt u tegen in, zeg, een week? Met hoeveel mensen heeft u vandaag, woensdag, gesproken? En dan echt alle mensen, van de gemompelde groet in de lift, tot en met de moeders en vaders op school, uw collega’s, de groenteman en dan dichter bij huis, uw geliefde, uw kinderen? Heeft u uw moeder al gebeld, vandaag, deze week? Hoe groot is uw kring eigenlijk, van uw naasten tot, in die buitenste cirkel van het alledaagse uw favoriete kassamedewerker bij de supermarkt?
En nog eens iets: is er verband tussen de omvang van de groep mensen die iemand om zich heen verzamelt en ons welzijn, of gaat het uitsluitend om de kwaliteit van de verbanden? Er zijn mensen (een stuk of 500.000.000) die precies kunnen aangeven hoeveel vrienden ze hebben, maar dan wel in de definitie van het sociale netwerk Facebook, dat het woord ‘vriend’ geannexeerd heeft en er een hele nieuwe betekenis aan heeft gegeven.
Als tegenhanger van een nieuwe generatie die moeiteloos honderden, zo niet duizenden vrienden verzamelt, hoor je de laatste tijd veel over Dunbar’s Getal, genoemd naar de Britse antropoloog Robin Dunbar. Hij kwam na een studie van verschillende samenlevingsvormen tot de conclusie dat een mens in staat was tot ongeveer 150 betekenisvolle relaties. Honderdvijftig vrienden (inclusief familie) is een gemiddelde, maar het idee is wel dat als je daar ver boven komt je aan de andere kant weer mensen begint te verliezen, al was het maar omdat er geen tijd is om ‘betekenisvol’ te zijn.
De Nederlandse fotograaf Ringel Goslinga (1969) is gefascineerd door de mensen om zich heen, al was het maar omdat exact in het midden van de kringen rond de fotograaf de fotograaf zelf te vinden is.
In 2007 had hij zijn eerste expositie in Foam met Family Tree (dat in 2008 in boekvorm verscheen), een intrigerende poging om zijn eigen stamboom in kaart te brengen. Hij volgde vier lijnen: zichzelf, zijn beide ouders, die scheidden toen Goslinga drie was, en zijn vriendin.
En in elke lijn zocht hij mensen op die hij op klassieke wijze, in zwart wit, portretteerde. ‘Family Tree is een zelfportret van Goslinga zonder dat hij zelf in beeld komt,’ schreef Jos Bloemkolk in deze krant naar aanleiding van de expositie.
En nu is City people verschenen, waarin Goslinga zijn eigen, particuliere stadsleven vastlegt. Net als Family tree is de fotograaf zelf de onzichtbare steen in de vijver en zien we alleen de kringen die hij veroorzaakt.
De stad uit City people is Amsterdam, en de ‘people’ zijn onderverdeeld in een aantal categorieën die met de camera worden onderzocht. De kring van neef Juda, een acteur, de kringen rond bevriend stel Noëlle en Jeroen, de wereld rond zijn pasgeboren zoon Yvan, de buren in het gebouw in Westerpark waar hij tot voor kort woonde, de mensen in de straat, de leveranciers en winkeliers en de werkrelaties.
Tenslotte een hoofdstuk over de mensen in de stad, toen de fotograaf erop uit ging en aan mensen wiens blik hij op een of andere manier ving vroeg of hij ze mocht fotograferen. En daarmee legde hij de vluchtige ontmoeting vast, essentieel onderdeel van het stadsleven.
Goslinga brengt zijn onderzoek in City people, en eerder in Family tree, zonder aarzelen in verband met het feit dat zijn ouders scheidden toen hij een jaar of drie was. “Als kind zag ik al dat hun levens zich opsplitsten in twee verschillende verhaallijnen, in twee verschillende werelden. Eens in de drie weken woonde ik bij mijn vader die in allerlei opzichten een buitenbeentje was. Als kind hou je je al bezig met de vraag hoe dit in elkaar zat en waar jezelf eigenlijk stond.”
Zijn vader was geboren als zoon van een zendingsarts in Nederlands-Indie. In de oorlog had de familie in een Jappenkamp gezeten; toen de familie na de oorlog werd verenigd ging de grootvader van Ringel weer op pad voor de missie. Zo groeide de vader van Ringel zelf praktisch zonder vader op, iets dat een diepe wond achterliet. Toen Ringel, na zijn studie aan de Amsterdamse fotoacademie had besloten zich in zijn familieleven te verdiepen, merkte hij dat het project Family tree hem het perfecte alibi verschafte om zijn eigen, uiteengevallen familie niet alleen met onbeschaamde nieuwsgierigheid tegemoet te kunnen treden, maar ook, in zekere zin, de geweken verhaallijnen weer bij elkaar te brengen.
Na de middelbare school wilde Ringel ‘iets medisch’ gaan doen, maar dat had misschien meer te maken met het voortzetten van de ‘medische lijn’ in de familie, met beide ouders die arts waren. Hij ging fysiothearapie studeren, maar ondertussen lag zijn hart al bij de fotografie. Hij had op zijn tiende, vlak voor een schoolreisje, een toestel gekregen en werd als vrij verlegen jongentje de officieuse fotograaf van de klas. “Ik ging feestjes fotograferen en waagde me met mijn camera wel op de dansvloer. Ik merkte dat ik opeens een rol kreeg: ik was ‘de fotograaf’.
En dan was er nog zoiets als ‘het leven van de kunstenaar’, zoals Ringel dat zag bij een tante, die nauwelijks kon rondkomen, maar een wonderbaarlijk aantrekkelijk bestaan had. En ze kon tekenen; uit het niets een boom met eekhoorns, op verzoek van haar betoverde neef. Later hoorde hij verhalen van een oom die op de grote vaart had gezeten, en die ooit fotograaf Ed van der Elsken aan boord had gehad. Zou met een camera om de nek ook het leven van een Van der Elsken in de buurt komen? Het was de eerste fotograaf die hij bewonderde; die harde zwart-wit beelden van de straat, lekker op pad en dan maar kijken!
Maar op de fotoacademie moesten ze aan een andere fotograaf denken, toen ze zagen in welke richting zijn stijl zich ontwikkelde: ‘’Ken je Koos Breukel?” Hij besloot om bij Breukel, meesterportretfotograaf, langs te gaan. “Zijn assistent ging net met zwangerschapsverlof en zijn hond legde meteen zijn hoofd op mijn schoot.” Het pleit was beslecht en Ringel Goslinga werd de assistent van Koos Breukel, waar hij jaren in de doka werkte en leerde hoe hij museumafdrukken van 50 bij 60 moest maken. Hij weet zijn allereerste les nog: zorg dat er geen fixeer aan je vingers zit als je tenminste niet je eigen vingerafdrukken op de print wil terugvinden.
Was het niet lastig om als beginnend fotograaf onder de vleugels van een fotograaf met een sterke signatuur als Breukel te schuiven? Maar voor Ringel was het helder: “Koos zoekt de pijnkant van het leven op en ik zoek mezelf in mijn directe omgeving.” Beide fotografen zijn ouderwetse analoge fotografen, die met grootbeeldcamera’s werken. De geportretteerden worden nadrukkelijk gefotografeerd: ze kijken naar een fotograaf die van het nemen een heel technisch ritueel maakt. Misschien hebben de meeste foto’s van Goslinga daarom iets ernstigs, iets plechtigs bijna. Dit is ver verwijderd van de uit de heup geschoten snapshot, waarin het leven wordt betrapt. De fotografie van Ringel Goslinga heeft zijn wortels in de vroege fotografie.
En wie zichzelf zoekt vindt altijd meer dan waar hij misschien rekening mee hield. De kringen rond Ringel raken talloze andere levens in de stad. De verslaggever komt in City people een aantal mensen tegen die hij zelf kent: de voormalige galeriehoudster die kinderboeken schrijft en een van de buurvrouwen van Ringel die ooit in de filmpromotie zat. Het is het fotografische equivalent van het plotseling opduiken van wederzijdse kennissen.
“City people is voor mijn zoontje. Ik merkte dat zo’n klein mannetje al een hele wereld om zich heen heeft.”
Die eerste kring van zoon Yvan werd de eerste cirkel van City people. Ringel fotografeerde de vroedvrouw, de ambtenaar die zijn zoon inschreef, zijn schoonouders en Géraldine, ‘moeder van Yvan’. En haar kenden we al uit Family tree, waar ze figureert als ‘girlfriend’.
Met dit boek voor zijn zoon heeft hij misschien ook een boek voor zijn vader gemaakt. En heeft hij antwoord gekregen op de vraag die hij zichzelf als kind al stelde: waar sta ik zelf eigenlijk? Kijk naar de kringen: precies tussen zijn vader en zijn zoon.
Ringel Goslinga: City People. Roma, €29,50.
Bij de betere boekhandel of via www.orderromapublications.org
THE SON, HIS NURSE, HER PHOTOGRAPHER AND HIS LOVER

Copied from: BLOGLOVIN
City People, a new book by photographer Ringel Goslinga shows the people of Amsterdam in the way that they are connected to eacht other. By taking pictures of his friends, family, neighbours, and people they share their lives with, he created a document of the city. It’s personal and divers, some faces are beautiful, some interesting, some old and some familiar, but never boring because you get to see lives. The girl who works in the comic bookstore he goes to, his cousin, the woman who lives down the street, the man that fixes his car. It all tells the story of a modern city that isn’t as big as it looks.
donderdag 3 februari 2011
Recensie Cadoc.nl

Cadoc.nl, een website die zich sinds 2006 bezighoudt met boeken over fotografie, kunst en vormgeving, heeft een recensie geplaatst van City People:
Al weer vier jaar geleden verscheen het eerste boek van de Amsterdamse fotograaf Ringel Goslinga, Family Tree. Op een systematische maar voor de kijker ietwat mysterieuze wijze onderzocht de fotograaf zijn familie en daarmee indirect ook zichzelf hoewel hij zelf niet in beeld kwam. Zeer recentelijk verscheen City People een nieuw fotoboek van Goslinga. Deze borduurt voor een deel voort op zijn eerste boek en heeft in eerste instantie hetzelfde vleugje mysterie als zijn vorige boek. Deze keer wordt zijn directe omgeving in beeld gebracht en ook nu vangen we weer geen glimp op van de fotograaf.
De stofomslag van City People laat niets anders zien dan de titel, naam van de auteur en de uitgever. Daarnaast bevinden zich in een schijnbaar willekeurig patroon zwarte stippen op de voorzijde, rug en achterzijde. Ook het binnenwerk bevat nog enkele stippen en opeens blijk je de gehele omslag te kunnen uitvouwen. Het stippenmysterie wordt alleen maar versterkt wanneer je het boek opent. Amsterdam Page 24 - 55 en een handvol stippen is alles wat je te zien krijgt. Dat herhaalt zich een aantal bladzijden totdat het boek vervolgt met verschillende series portretten. Doorgaans zijn op de rechterpagina's de treffende portretten afgebeeld en op de vrijwel lege linkerpagina lezen we de naam van de geportretteerde en, het kon bijna niet anders, een stip ergens op de pagina. Een fenomeen dat zich bijna 250 bladzijden lang herhaalt.
Wie zich niet laat afleiden door de stippen, maakt kennis met een uiterst eclectisch gezelschap. Portretten van jong, oud, hip, ouderwets, blank, lichtbruin, donkerbruin, kalend tot uitermate behaard. Alle mogelijke varianten van de homo sapiens lijkt Goslinga voor zijn camera te hebben gehad. In tegenstelling tot zijn eerste boek, waarbij de geportretteerden vaak voor een anonieme haag stonden, zijn de opnamen duidelijker te herleiden tot een stadse omgeving met muren en portieken.
De meeste foto's tonen een vol portret, andere zijn ten voeten uit. Mijn voorkeur gaat uit naar de portretten. Goslinga weet vaak de essentie van iemands gezicht te vangen. Erg mooi is het haarscherp weergeven van ogen, neus en mond om daarna de rest van het gezicht te laten vervloeien in de achtergrond. Hoewel de meeste portretten bijzonder treffend zijn, springen er wat mij betreft toch nog enkele uit. Bij deze opnamen lijkt echt alles te kloppen en kan ik me voorstellen dat de fotograaf in juichstemming de doka heeft verlaten nadat bij het ontwikkelen het definitieve beeld van onder andere Nickel, Stanley, Olly, Christian en Erwin zichtbaar werd.
Het mysterie van de stippen wordt eenmaal achter in het boek aangekomen, onthuld. Net als de reden waarom dat juist deze personen een plek in het boek hebben gekregen. Wie voor de eerste keer het boek doorneemt, doet er goed aan om niet achteraan te beginnen. De onwetendheid is een deel van het plezier. Ik zal er dan ook niet verder op in gaan.
Goslinga is niet de eerste die de bewoners van een stad systematisch heeft vastgelegd. Eerder deed bijvoorbeeld Ken Ohara dat al in New York met zijn serie One. Maar in tegenstelling tot de strenge kadrering van Ohara die gericht is op het versterken van de overeenkomsten, is Goslinga's serie gericht op onderscheid en verschil. Wat dat betreft is City People een ode aan de grootsteedse diversiteit en die van Amsterdam in het bijzonder. Zijn liefde voor mensen vertaalt zich in prachtige, pakkende portretten van stadsgenoten als Connie, Sulijmeen, Hans, Mohamed, Nicky, Géraldine, Yvan, Agen, Ricardo, Olly, Hisham en Jeroen. Een aanrader!
Ringel Goslinga
City People
304 bladzijden
Roma Publications
€ 29,50
ISBN 978-90-77459-54-6
vrijdag 24 september 2010
Recensie Jaarverslag VSB 2009

vrijdag 28 november 2008
RECENSIE - CITY PEOPLE
Het vervolg op “Family Tree” heet “City People”. Ringel Goslinga wil een beeld schetsen van zijn woonplaats, zijn Amsterdam, door honderd portretten te maken van mensen die hij vrijwel dagelijks tegenkomt in zijn stad.
Cadoc.nl, een website die zich bezighoudt met boeken, fotografie, kunst en vormgeving, heeft vandaag een recensie geplaatst over 'Small Edition Xerox-Copy Book'.
www.cadoc.nl
Cadoc.nl, een website die zich bezighoudt met boeken, fotografie, kunst en vormgeving, heeft vandaag een recensie geplaatst over 'Small Edition Xerox-Copy Book'.
www.cadoc.nl
donderdag 3 juli 2008
KOREA
There were some hits from Korea on my website about 'Family Tree'. I traced it back to: Yongseok JANG, Graphic Designer, 1980 Born in Suwon, Korea, currently based in Seoul, Korea with the blog: http://yseok.egloos.com/
and the website: http://www.jangyongseok.com/
This is what he wrote about the project 'Family Tree':
Family Tree
사이트를 둘러보고 있으니
내 주변의 사람들 얼굴이 쭉 생각나다
멈췄다가 기억해내고 또 쭉 생각나다가를
반복한다.
28년간 살면서 만난 사람들
그중 의미있는 이들의 맵은 어느 정도로 그려질까...
웹사이트도 잘 만들었네!
+
# by yongseok | 2008/07/02 12:59 | 관심 | 트랙백 | 덧글(0)
and the website: http://www.jangyongseok.com/
This is what he wrote about the project 'Family Tree':
Family Tree
사이트를 둘러보고 있으니
내 주변의 사람들 얼굴이 쭉 생각나다
멈췄다가 기억해내고 또 쭉 생각나다가를
반복한다.
28년간 살면서 만난 사람들
그중 의미있는 이들의 맵은 어느 정도로 그려질까...
웹사이트도 잘 만들었네!
+
# by yongseok | 2008/07/02 12:59 | 관심 | 트랙백 | 덧글(0)
donderdag 26 juni 2008
THIS IS NOT A BOOK

Tekst uit 'This is not a book' over 'Family Tree':
NL Het onderwerp van deze uitgave is intrigerend. Anders dan je zou denken volgt het boek niet de stamboom van Goslinga. Wel bevat het 108 foto’s van personen die voor hem belangrijk zijn geweest. Sommigen hebben te maken met een bepaalde periode uit zijn leven, met zijn gescheiden ouders anderen acht hij belangrijk voor zijn persoon, voor Ringel Goslinga zoals hij nu is. Deze intermenselijke benadering geeft de foto’s iets ongrijpbaars, iets poëtisch...
Het boek ontleent zijn kracht aan de foto’s en aan de samenstelling. Er zit voldoende ruimte tussen de vier secties waarin het materiaal is onderverdeeld. Zwarte vlakken staan voor personen die voor de fotograaf niet beschikbaar waren. Het hele project is een vorm van zelfonderzoek. Goslinga verbindt mensen door foto’s. Het resultaat is een zelfportret. Het geheel is prachtig gedrukt in tritone en heel verzorgd genaaid en gebonden.
Text from 'This is not a Book' about 'Family Tree':
EN The subject of this book is intriguing. Contrary to what you might expect, it does not trace Goslinga’s family tree. Instead, it gives us 108 photographs of people who have been important to him. Some have to do with a particular period in his life or with his divorced parents, others he regards as important for his person, for Ringel Goslinga as he now is. This interpersonal approach gives the images something impalpable, something poetic...
The book derives its strength from the photos and the way they have been put together. There is enough room between the four sections into which the material has been divided. Black fields mark the place of people who were unavailable for the photographer. The whole project is a form of self-exploration. Goslinga links people through photos, and the result is a self-portrait. The whole thing has been brilliantly printed in tritone and very nicely sewn and bound.
zondag 16 maart 2008
MOORSMAGAZINE
Tekstfragmenten - recensie 'Family Tree' op moorsmagazine.com:
- Family Tree van Ringel Goslinga is een intrigerend en prachtig fotoboek met portretten van mensen uit Goslinga's omgeving. -
- Goslinga fotografeert mensen die niet werden uitgekozen omdat ze fotogeniek zijn of omdat ze in het nieuws zijn, maar puur omdat ze in zijn leven belangrijk zijn, en weet ze vervolgens zo op de foto te zetten dat je als kijker een reeks ongekend intieme portretten te zien krijgt. -
- Gewone mensen, maar met grote intensiteit gefotografeerd. En dat is het bijzondere aan dit boek ..... met grote toewijding en aandacht gefotografeerd, waardoor we het gevoel krijgen dat we stiekem een intiem familie-album aan het doorbladeren zijn. Maar dan wel het foto-album van een meesterfotograaf. -
- Family Tree van Ringel Goslinga is een intrigerend en prachtig fotoboek met portretten van mensen uit Goslinga's omgeving. -
- Goslinga fotografeert mensen die niet werden uitgekozen omdat ze fotogeniek zijn of omdat ze in het nieuws zijn, maar puur omdat ze in zijn leven belangrijk zijn, en weet ze vervolgens zo op de foto te zetten dat je als kijker een reeks ongekend intieme portretten te zien krijgt. -
- Gewone mensen, maar met grote intensiteit gefotografeerd. En dat is het bijzondere aan dit boek ..... met grote toewijding en aandacht gefotografeerd, waardoor we het gevoel krijgen dat we stiekem een intiem familie-album aan het doorbladeren zijn. Maar dan wel het foto-album van een meesterfotograaf. -
vrijdag 7 maart 2008
DE GROENE 'INGEZONDEN'
POST
07.03.08 DE GROENE AMSTERDAMMER 47
FOTOGRAFIE
Het is goed dat De Groene in de persoon van Gustaaf Peek een recensent heeft aangetrokken die exclusief over fotografie schrijft. Maar het irriteert mij toch een beetje hoe hij dat doet. Hij is kritisch over Taryn Simon en Ringel Goslinga en schrijft, als een academiedocent van de oude stempel: ‘Het is een valkuil voor iedere beginnende kunstenaar om al snel betekenis te willen toewijzen aan eigen inzichten’. En: ‘Rest de belangrijkste vraag: kan Goslinga fotograferen?’ Het zou Peek sieren eerst zelf over die vragen na te denken voordat hij portretten van fotografen, iets waar volgens mij niemand op zit te wachten, aanbiedt als ‘Kunstaanbieding’. Dan zie ik liever meer van correspondent Jorie Horsthuis, die en passant uitstekende foto’s maakt.
N.J. VAN DUIJVENBODEN, Amsterdam
07.03.08 DE GROENE AMSTERDAMMER 47
FOTOGRAFIE
Het is goed dat De Groene in de persoon van Gustaaf Peek een recensent heeft aangetrokken die exclusief over fotografie schrijft. Maar het irriteert mij toch een beetje hoe hij dat doet. Hij is kritisch over Taryn Simon en Ringel Goslinga en schrijft, als een academiedocent van de oude stempel: ‘Het is een valkuil voor iedere beginnende kunstenaar om al snel betekenis te willen toewijzen aan eigen inzichten’. En: ‘Rest de belangrijkste vraag: kan Goslinga fotograferen?’ Het zou Peek sieren eerst zelf over die vragen na te denken voordat hij portretten van fotografen, iets waar volgens mij niemand op zit te wachten, aanbiedt als ‘Kunstaanbieding’. Dan zie ik liever meer van correspondent Jorie Horsthuis, die en passant uitstekende foto’s maakt.
N.J. VAN DUIJVENBODEN, Amsterdam
vrijdag 29 februari 2008
FAMILIEALBUM MET GATEN

29.02.08 DE GROENE AMSTERDAMMER 31
FAMILIEALBUM MET GATEN
FOTOGRAFIE Ringel Goslinga
Een fotograaf die niet bang is versleten ideeën te debiteren kan zeggen dat elke foto die hij maakt een zelfportret is. Dit verlangen naar zichtbaarheid bij de vaak onzichtbare maker is begrijpelijk. Nu schiet de fotograaf zijn werk met al zijn gedachten, referentiekaders, herinneringen en gevoelens, maar ze tonen wat hij ziet en vooral wat hij beoogt. Een foto is een suggestie, een streven, en, ondanks zijn voor de hand liggende connectie met de realiteit, veel te abstract en betogend om er praktische conclusies uit te kunnen trekken over de persoonlijkheid van de maker. Een goede foto is de beste keus, niet de grootste waarheid.
Ringel Goslinga (1969) blijkt onbevreesd. In het nawoord van zijn boek Family Tree, een verzameling stemmige portretten van mensen uit zijn sociale stratosfeer, vermeldt hij dat het project ‘as a whole amounts to a selfportrait’. Verzameld onder noemers als Map to My Surroundings en Map to My Mother’s Surroundings heeft Goslinga tussen 2003 en 2007 de kringen rond hemzelf en zijn vriendin vastgelegd en de families van zijn ouders, die scheidden toen hij drie was. Zijn eigen cirkel formuleert de fotograaf het ruimst. Portretten van buren, docenten van lagere en middelbare school, zijn tandarts, zijn eerste vriendin, de moeder van zijn eerste vriendin et cetera. Niemand wordt bij naam genoemd, de geportretteerde krijgen een nummer en een functieaanduiding, bijvoorbeeld 1.31 colleague in logistics.
Het verhaal is een valkuil voor iedere beginnende kunstenaar om al te snel betekenis te willen toewijzen aan eigen inzichten. In een vroeg stadium is productie belangrijker dan intentie. Goslinga heeft zijn dunnen concept meteen in een dik boek gevat. Op zijn website en op tentoonstellingsmuren (vorig jaar in Foam en onlangs in Galerie Serieuze Zaken) heeft het idee van en stamboom letterlijk vorm gekregen door een schematische, vertakkende presentatie. Maar ondanks het gewicht van zijn verschijningsvormen blijft het onduidelijk waarom het project dergelijke voltooiing rechtvaardigt. Ook komt de persoon Ringel Goslinga voor de kijker niet dichterbij.
Rest de belangrijkste vraag: kan Goslinga fotograferen? Hij lijk het te kunnen. De reeds terugkerende achtergronden van ondefinieerbaar bos doen af en toe verlangen naar een gestileerder, egale achtergrond en de overdaad aan sjaals komt wat slordig over, maar zijn zwart-wit is uiterst verzorgd en vooral in de close-ups is een master-in the making te herkennen. Pakkend zijn bijvoorbeeld de kale tronie van 1.30 friend from te photography academy en het ambivalente portret van 4.3 girlfriend.
Familie en andere intimi hebben voor fotografen als Paul Citroen en Katharina Eleonore Behrend bijzondere en dierbare oeuvres opgeleverd. Om tot deze categorie van kanonnen te kunnen worden gerekend voelt Goslinga’s werk nog te star en te gedragen. Sociale omgevingen leven en groeien en die dynamiek is bij hem nog niet zichtbaar. Hij maakt foto’s van mensen zonder hun momenten. Dat is streng en contemporain, maar ook oppervlakkig. Goslinga moet zijn ambities en ambacht uitbreiden. Die boeken en tentoonstellingen komen dan vanzelf wel.
GUSTAAF PEEK
Ringel Goslinga, Family Tree, Veenman Publishers, www.ringelgoslinga.com
donderdag 14 februari 2008
DE VOLKSKRANT DONDERDAG 14 FEBRUARI 2008 [9]

[boek] De stamboom van Ringel Goslinga
Ouders, ooms, tantes, broers, zussen, neven, nichten
In Family Tree werkt fotograaf Ringel Goslinga aan een complete stamboom van zijn bloedverwanten – maar ook de tandarts doet mee.
Door Merel Bem
Van alle portretten in Family Tree van Ringel Goslinga maakt die op het omslag het nieuwsgierigst. Wat je daarop ziet? Niets. Een zwart vlak, met niks erin. Een nooit gemaakte foto? De belofte van een foto? Een zelfportret van de fotograaf? Het wordt niet meteen duidelijk, maar het zwart is intrigerend genoeg om het boek open te slaan.
Binnenin veel witte pagina’s. En daar tussendoor heldere zwart-wit portretten. Dit is de familie van Ringel Goslinga (1969). En onder familie verstaat de fotograaf niet alleen directe bloedverwanten, maar ook de weidse vertakkingen van zijn gescheiden ouders hun vrienden en collega’s, en bijvoorbeeld zijn tandarts. Wat die mensen gemeen hebben, is dat ze allemaal op zeker moment belangrijk zijn (geweest) in het leven van de fotograaf.
Goslinga exposeerde Family Tree (begonnen in 2003 en nog steeds uitdijend) eerder bij Serieuze Zaken Studioos en in Foam in Amsterdam. Op de een of andere manier liet het project toen minder indruk achter dan dat het nu doen, in boekvorm. Misschien vanwege de intimiteit van het onderwerp: Goslinga’s eigen omgeving.
De fotografische stamboom van de invloedrijke familie Vriesendorp die hij vorig jaar volgens hetzelfde principe samenstelde in het Simon van Gijn Museum in Dordrecht werkte wel weer goed. De afstandelijkheid (door de relatief kleine portretten en de hoeveelheid ervan) riep een prettige wetenschappelijkheid op.
Met het boek op schoot is de intimiteit van Family Tree beter te ervaren. Evenals de vreemdheid ervan. Vreemd omdat je beseft dat de portretten van Goslinga’s ouders, broers, zussen, neven e nichten door de fotograaf anders worden ‘gelezen’ dan door jou, vanwege zijn band met die mensen. En vreemd omdat hij iedereen precies dezelfde behandeling heeft gegeven.
Er zijn wel verschillen in houding – van sommigen werd alleen het gezicht gefotografeerd, anderen staan er van hoofd tot voeten op – maar de sfeer op elke foto is hetzelfde. Bijna niemand lacht, het is ernstigheid troef. Misschien nog niet zo ernstig als op de foto’s van Koos Breukel (van wie Goslinga ooit de assistent was), maar het scheelt niet veel. Nummers verwijzen naar een overzicht achterin, waarin heel sec vermeld staat wie wie is.
En dan komen langzaam de vragen, vragen die wellicht ongepast maar ook onvermijdelijk zijn. Als Goslinga zijn accountant op dezelfde manier presenteert als zijn eigen vader – hoe belangrijk is zijn vader dan voor hem? Betekent zijn huidige vriendin evenveel als zijn vroegere scheikundeleraar? Waarom staat een bezoeker van een tentoonstelling er op dezelfde manier tussen als zijn oma?
Antwoord op de vragen krijg je niet. Goslinga laat niets los over waarom deze mensen voor hem belangrijk zijn, alleen dat het zo is. Een verduidelijkend tekstje bij elke foto zou het project belachelijk maken, en veel minder mooi.
Er zin nog twee zwarte vlakken in het boek. Die staan voor mensen die niet gefotografeerd wilden worden, een tante van moeder kant, een oom van vaders kant. De ‘foto’ op het boekomslag blijft onbesproken.
Het zal Ringel Goslinga zelf zijn: een fotograaf die een eigen portret maakte met beelden van zijn naasten, maar zelf niet zichtbaar werd. Nóg niet. Misschien dat een volgend boekomslag heel voorzichtig zijn contouren toont. Tot die tijd houdt de fotograaf het spannend.
Ringel Goslinga: Family Tree
Veenman Publishers: €29,95
ISBN 978 90 8690 122 7
Het fotoproject is te zien op:
www.ringelgoslinga.com
woensdag 6 februari 2008
CADOC.NL

Cadoc.nl is een website die zich bezighoudt met boeken, fotografie, kunst en vormgeving. De missie van cadoc.nl is het overbrengen van het enthousiasme en plezier, dat beleeft wordt aan boeken, op de bezoekers van de website.
Woensdag 6 februari 2008
Donderdag 28 februari 2008
Maandag 21 april 2008
donderdag 24 januari 2008
HET PAROOL: FAMILIE IS EEN RUIM BEGRIP

PS4 boeken
HET PAROOL / PS / DONDERDAG 24 JANUARI 2008
Familie is een ruim begrip
Ringel Goslinga: Family tree
Veenman Publishers, €29.95.
EEN FOTOGRAAF kan willekeurige mensen op straat aanhouden en vragen of ze zich willen laten portretteren. Nu ja, de fotograaf zal koppen nemen die hij interessant vindt. Toch zal de verzameling van die kopen iets willekeurigs houden. De fotograaf brengt een schifting aan. Hij neemt alleen magere meisjes. Of Nepalezen. Of beroemdheden.
Het wonderlijke van de methode Ringel Goslinga is dat zijn verzameling portretten iets willekeurigs heeft en dat toch niet is. Goslinga (1969) kiest mensen met wie hij op de een of andere manier in verband staat. Zijn verzameling heet Family tree (stamboom), maar die familie moet ruim worden opgevat. De naamloze geportretteerde zijn familie, maar ook bekende of zelfs mensen met wie hij slechts kortstondig te maken heeft gehad, zoals een dierenarts van een spoedkliniek of de achterkleinzoon van oma’s neef of de vrouw van vaders spraaktherapeut.
Hij nam vier ‘stambomen’: mensen uit zijn eigen omgeving van vroeger, uit de omgeving van zijn moeder (zijn ouders zijn gescheiden toen hij drie was) en uit de omgeving van zijn vriendin. In een soortgelijke viervoudige vorm hingen ze vorig jaar in het Amsterdamse fotomuseum Foam.
De portretten zijn nu opgenomen in een boek. Het voorplat is een zwarte rechthoek, een verwijzing naar de twee geheel zwarte foto’s die ook in Foam hingen en die verwezen naar een oom en een tante die niet geportretteerd wilden worden. De boekvorm maakt het weergeven van de stamboom onmogelijk. Alleen achterin staan op postzegelformaat de portretten in stamboomvorm. Dat maakt de verzameling schijnbaar nog willekeuriger. Toch hangt over die verzameling mensen een verbindende gloed. En dat komt door het simpele, warme concept dat Goslinga heeft bedacht. Het is zijn gloed.
Natuurlijk is er nog een andere kracht die de portretten verbindt: de stijl van de fotograaf Goslinga. Hij laat bijna allen in de camera kijken en hij fotografeert ze in zwart-wit, bijna allen ten boeten uit, bijna allen tegen de achtergrond van een boom of althans lover. De geportretteerde kijken allen alsof ze Goslinga ten volle vertrouwen. Mede daardoor is de verzameling indringend.
Family tree is een zelfportret van Goslinga zonder dat hij zelf in beeld komt. Dat doen die andere beelden voor hem . En zoals een mens in de loop der tijd langzaam een andere kop krijgt, zo verandert ook dit zelfportret van Goslinga. De stamboom groeit.
Wie bijvoorbeeld niet in Foam hingen en wel in het boek staan, zijn – misschien niet onhandig van de fotograaf – de directeur en één der conservatoren van Foam, Marloes Krijnen en Colette Olof. Zij zijn de enige geportretteerde van wie hier de namen kunnen worden gegeven.
Je kunt, als je het de mensen uit het boek niet zelf vraagt, nooit weten of zij het ook zo voelen, maar degenen die met zulke krachtige portretten zijn opgenomen in Goslinga’s Family tree, mogen zichzelf een beetje als uitverkorenen beschouwen.
JOS BLOEMKOLK
zondag 13 januari 2008
GOSLINGA'S ZELFPORTRET IN 108 FOTO'S

De Amsterdamse fotograaf Ringel Goslinga presenteerde vlak voor de kerstdagen zijn publicatie Family Tree. Het boek bestaat uit 108 portretten van Goslinga's familieleden, vrienden en collega's.Goslinga's familie is met de jaren door scheidingen en gezinsuitbreidingen met stiefouders, half- en stiefzusters, half- en stiefbroers wat onoverzichtelijk geworden. Goslinga heeft daar in zijn hoedanigheid van portretfotograaf een oplossing voor gevonden. Sinds de herfst van 2003 fotografeert hij zijn familieleden, hun oude en nieuwe liefdes, vrienden en vriendinnen, collega's, voormalige leraren, de tandarts, de dierenarts, de vormgevers en curatoren die betrokken waren bij boek en tentoonstelling.
Ringel Goslinga (Utrecht 1969) studeerde in 2002 af aan de Fotoacademie Amsterdam. Sindsdien werkt hij aan zijn eigen projecten, af en toe in opdracht, als assistent van Koos Breukel en als fotografiedocent. Family Tree maakt deel uit van een door het fotografencollectief Fw samengestelde presentatie in het kader van het LOW Fesztival in Hongarije. De exposities vinden plaats in het Nederlands Fotomuseum en in Budapest. Het werk van Goslinga is tijdens dit evenement in de Lumen Galerie in Budapest te zien.
De fotograaf heeft Friese voorouders. Zijn ouders scheidden toen hij drie jaar was. Vader trouwde nog twee maal, moeder één keer. Goslinga heeft met deze portretten een groep mensen in beeld gebracht die mogelijk alleen bij begrafenissen en bruiloften samenkomen. Een oom en een tante wilden niet poseren, op die plekken vinden we een zwarte rechthoek.
Het boek is opgebouwd uit drie grote hoofdstukken: 'My Surroundings', 'My Father's Surroundings', 'My Mother's Surroundings' en één kleiner hoofdstuk: 'My Relationship's Surroundings'. De geportretteerden zijn niet bij naam genoemd, maar beknopt aangeduidt met hun relatie tot de fotograaf, bijvoorbeeld als: 'father of friend from primary school' en 'half-sister's boyfriend with his son'. Achterin het boek zijn overzichten van de vier hoofdstukken met de duidingen afgedrukt, bij de portretten staat alleen het nummer vermeld.
Goslinga heeft gevarieerd in de wijze van portretteren, zodat er naast de close-up's en half-close-up's ook mensen ten voeten uit zijn afgebeeld en in sommige gevallen de achtergrond deel van de compositie uitmaakt. De beelden zijn met een technische camera op klassieke zwart-wit film geschoten. Het zijn zonder uitzondering portretten waarin de concentratie van fotograaf en model voelbaar is. De hele serie is te interpreteren als een wat omslachtig maar intrigrerend zelfportret, waarin de hoofdpersoon ontbreekt.
Han Schoonhoven
Family Tree
fotografie: Ringel Goslinga
beeldredactie en ontwerp: Johan Thermaenius, Roger Willems en Ringel Goslinga
gebonden, 17 bij 24 centimeter, 256 pagina's, 108 foto's in tritone
uitgever: Veenman
prijs: 29,95 euro
Er is een luxe editie van twintig exemplaren (300 euro), waarvoor de koper door Goslinga wordt geportretteerd. De afdruk, een barietprint van 16 bij 20 centimeter, past in de lay-out van het boek.
• Het schema van Family Tree is te zien op: www.ringelgoslinga.com
donderdag 1 februari 2007
HET PAROOL/PS/DONDERDAG 1 FEBRUARI 2007

Kunst, donderdag 1 februari 2007
Een zelfportret zonder zelfportret
Fotograaf Ringel Goslinga maakte een bijzondere serie portretten van mensen in zijn omgeving en die van zijn ouders. Ze hangen in Foam.
JOS BLOEMKOLK
WIE IN Foam de grote tentoonstelling met portretten van August Sander bezoekt, krijgt deze weken een bonus. In Foam 3h (zegge: driehoog), de expositieruimte die tevens bibliotheek is en waar jonge, nog niet geheel doorgebroken fotografen een kans krijgen, hangen 96 portretten, die zoals die van Sander fijnzinnig, intiem en zwart-wit zijn, maar die met een heel ander uitgangspunt zijn gemaakt. En de maker, Ringel Goslinga, is geen dode Duitser, maar een levende Nederlander.
Goslinga (1969) studeerde in 2002 af aan de Fotoacademie Amsterdam en is op dit moment de assistent van zijn bekendere, oudere vakgenoot Koos Breukel. Hij noemt zijn klassiek aandoende serie Family Tree (Stamboom).
In die vorm zijn de foto's ook opgehangen: een mozaïek van mensen, die allen 'familie' van Goslinga zijn. 'Familie' wil hier zeggen: behorend tot zijn directe omgeving vroeger, zijn recente omgeving, de omgeving van zijn moeder en die van zijn vader (zijn ouders zijn gescheiden). In Foam hangen vier 'stambomen'.
Vader hangt er, moeder, ooms, tantes, vrienden, maar ook 'zwager van derde vrouw van vader', 'weduwe van logopedist van vader', 'collega logistiek', 'zoon van kleinzoon van oma's neef', 'buurvrouw', 'tandarts', 'fiscaal juriste' en 'dierenarts spoedkliniek'. Twee van de tamelijk kleine portretten zijn leeg of liever gezegd zwart. Die ene oom en die ene tante wilden niet gefotografeerd worden.
Maar de meeste anderen kijken met overgave in de lens. De geportretteerden zijn niet noodzakelijk van cruciaal belang voor het leven van Goslinga. Ook hoeven zij niet een langdurige rol te hebben gespeeld. Bijvoorbeeld het indringende portret van een vrouw staat bij het schema van de stamboom Eigen omgeving omschreven als: 'c16 buurvrouw 2004-2006'. Het is een van de mooiste foto's op deze tentoonstelling.
Zoon en kleinzoon van oma's neef staan naast elkaar in overall bij een boom in een landelijke omgeving, de blik onverschrokken in de camera gericht. (Slechts twee van de 96 foto's zijn in een stedelijk decor genomen.) De besnorde zoon lijkt een man uit één stuk, een behulpzaam persoon die je graag als buurman zou willen hebben. Maar zo eenduidig zijn de foto's van Goslinga niet. Een goed portret is net zo min eenduidig als de geportretteerde zelf.
Het middelpunt van Family Tree is Goslinga zelf, hoewel hij zelf nergens op een foto te zien is. Al die mensen vullen de lege ruimte om hem heen in en zo ontstaat toch een beeld van Goslinga, zij het diffuus. Dat beeld verandert, doordat zijn leven verandert. Zijn stamboom groeit, zodat hij over tien jaar een andere, nog rijkere boom zal kunnen tonen.
Het idee voor Family Tree is even origineel als eenvoudig. Door Goslinga's talent blijkt het ook een rijk idee te zijn. Het hangt (ook door de inrichting van de tentoonstellingsruimte) tegen de conceptuele kunst aan. Warm-conceptueel zou de beste benaming zijn.
Ringel Goslinga: Family Tree, in Foam 3h, t/m 7/3. www.foam.nl. Fotograaf Ringel Goslinga maakt klassiek aandoende serie portretten 'Family Tree'
Abonneren op:
Posts (Atom)