Copy: NRC Next, woensdag 11 mei 2011, pagina 28.
Met trots een stip in het leven van Ringel Goslinga
Bij de visuele verbeelding van een netwerk denk je meteen aan viezige organogramachtige bedrijfsgraphics. Of aan de spuuglelijke digitale beeldtaal van een social netwerk. Niet bij Ringel Goslinga. Bij hem worden mensen in hun relatie met elkaar, met hem en met de stad waarin ze allen wonen geabstraheerd tot een verbluffend eenvoudig en overzichtelijk geheel. Iedereen is simpel gezegd een stip. Een zwarte stip in een wit vlak. Wat een mooie metafoor om de mensen die je pad kruisen in het leven zo te kenmerken. En wat een mooie beeldtaal. De omslag is niet meer dan een wit blad met een patroon van zwarte stippen, hier en daar samengeklonterd tot clusters. Achterin het boek kun je uitzoeken wie waar precies op z’n plek valt, op de plattegrond van Amsterdam. Op de ene pagina staat bovenaan de naam (niemand heeft en achternaam), ergens gepositioneerd op het witte vlak. Op de andere bladvullend het zwart-witportret. Gemaakt op straat, op de plek waar de mensen samenvallen met de zwarte stip die ze zijn. En dat niet alleen naaste buren, collega’s, familie en vrienden. Maar ook de man die de hond uitlaat in Goslinga’s straat, de brugwachter, de medewerkster van het tankstation en de uitbater van de stripwinkel. Allen even intiem, zacht en gevoelig gefotografeerd. Soms tot de schouders, soms bovenlijf of te voeten uit. Eerder haalde Goslinga al een soortgelijke visualisering met een vergelijkbaar thema uit, met zijn boek Family Tree. Daarvoor fotografeerde hij mensen in de omgeving van zijn vader, zijn moeder en van hemzelf, gepresenteerd in de vorm van een stampboom. Hij noemt het ‘een autobiografie binnen de mogelijkheden van de fotografie’. Goslinga laat de lezer alles van hem zien, zonder zichzelf in beeld te brengen. Ik denk dat je met trots een stip in het leven van Goslinga kunt zijn.
Viola Lindner