CULTUUR
29.02.08 DE GROENE AMSTERDAMMER 31
FAMILIEALBUM MET GATEN
FOTOGRAFIE Ringel Goslinga
Een fotograaf die niet bang is versleten ideeën te debiteren kan zeggen dat elke foto die hij maakt een zelfportret is. Dit verlangen naar zichtbaarheid bij de vaak onzichtbare maker is begrijpelijk. Nu schiet de fotograaf zijn werk met al zijn gedachten, referentiekaders, herinneringen en gevoelens, maar ze tonen wat hij ziet en vooral wat hij beoogt. Een foto is een suggestie, een streven, en, ondanks zijn voor de hand liggende connectie met de realiteit, veel te abstract en betogend om er praktische conclusies uit te kunnen trekken over de persoonlijkheid van de maker. Een goede foto is de beste keus, niet de grootste waarheid.
Ringel Goslinga (1969) blijkt onbevreesd. In het nawoord van zijn boek Family Tree, een verzameling stemmige portretten van mensen uit zijn sociale stratosfeer, vermeldt hij dat het project ‘as a whole amounts to a selfportrait’. Verzameld onder noemers als Map to My Surroundings en Map to My Mother’s Surroundings heeft Goslinga tussen 2003 en 2007 de kringen rond hemzelf en zijn vriendin vastgelegd en de families van zijn ouders, die scheidden toen hij drie was. Zijn eigen cirkel formuleert de fotograaf het ruimst. Portretten van buren, docenten van lagere en middelbare school, zijn tandarts, zijn eerste vriendin, de moeder van zijn eerste vriendin et cetera. Niemand wordt bij naam genoemd, de geportretteerde krijgen een nummer en een functieaanduiding, bijvoorbeeld 1.31 colleague in logistics.
Het verhaal is een valkuil voor iedere beginnende kunstenaar om al te snel betekenis te willen toewijzen aan eigen inzichten. In een vroeg stadium is productie belangrijker dan intentie. Goslinga heeft zijn dunnen concept meteen in een dik boek gevat. Op zijn website en op tentoonstellingsmuren (vorig jaar in Foam en onlangs in Galerie Serieuze Zaken) heeft het idee van en stamboom letterlijk vorm gekregen door een schematische, vertakkende presentatie. Maar ondanks het gewicht van zijn verschijningsvormen blijft het onduidelijk waarom het project dergelijke voltooiing rechtvaardigt. Ook komt de persoon Ringel Goslinga voor de kijker niet dichterbij.
Rest de belangrijkste vraag: kan Goslinga fotograferen? Hij lijk het te kunnen. De reeds terugkerende achtergronden van ondefinieerbaar bos doen af en toe verlangen naar een gestileerder, egale achtergrond en de overdaad aan sjaals komt wat slordig over, maar zijn zwart-wit is uiterst verzorgd en vooral in de close-ups is een master-in the making te herkennen. Pakkend zijn bijvoorbeeld de kale tronie van 1.30 friend from te photography academy en het ambivalente portret van 4.3 girlfriend.
Familie en andere intimi hebben voor fotografen als Paul Citroen en Katharina Eleonore Behrend bijzondere en dierbare oeuvres opgeleverd. Om tot deze categorie van kanonnen te kunnen worden gerekend voelt Goslinga’s werk nog te star en te gedragen. Sociale omgevingen leven en groeien en die dynamiek is bij hem nog niet zichtbaar. Hij maakt foto’s van mensen zonder hun momenten. Dat is streng en contemporain, maar ook oppervlakkig. Goslinga moet zijn ambities en ambacht uitbreiden. Die boeken en tentoonstellingen komen dan vanzelf wel.
GUSTAAF PEEK
Ringel Goslinga, Family Tree, Veenman Publishers, www.ringelgoslinga.com