donderdag 1 februari 2007

HET PAROOL/PS/DONDERDAG 1 FEBRUARI 2007


Kunst, donderdag 1 februari 2007
Een zelfportret zonder zelfportret

Fotograaf Ringel Goslinga maakte een bijzondere serie portretten van mensen in zijn omgeving en die van zijn ouders. Ze hangen in Foam.

JOS BLOEMKOLK

WIE IN Foam de grote tentoonstelling met portretten van August Sander bezoekt, krijgt deze weken een bonus. In Foam 3h (zegge: driehoog), de expositieruimte die tevens bibliotheek is en waar jonge, nog niet geheel doorgebroken fotografen een kans krijgen, hangen 96 portretten, die zoals die van Sander fijnzinnig, intiem en zwart-wit zijn, maar die met een heel ander uitgangspunt zijn gemaakt. En de maker, Ringel Goslinga, is geen dode Duitser, maar een levende Nederlander.

Goslinga (1969) studeerde in 2002 af aan de Fotoacademie Amsterdam en is op dit moment de assistent van zijn bekendere, oudere vakgenoot Koos Breukel. Hij noemt zijn klassiek aandoende serie Family Tree (Stamboom).

In die vorm zijn de foto's ook opgehangen: een mozaïek van mensen, die allen 'familie' van Goslinga zijn. 'Familie' wil hier zeggen: behorend tot zijn directe omgeving vroeger, zijn recente omgeving, de omgeving van zijn moeder en die van zijn vader (zijn ouders zijn gescheiden). In Foam hangen vier 'stambomen'.

Vader hangt er, moeder, ooms, tantes, vrienden, maar ook 'zwager van derde vrouw van vader', 'weduwe van logopedist van vader', 'collega logistiek', 'zoon van kleinzoon van oma's neef', 'buurvrouw', 'tandarts', 'fiscaal juriste' en 'dierenarts spoedkliniek'. Twee van de tamelijk kleine portretten zijn leeg of liever gezegd zwart. Die ene oom en die ene tante wilden niet gefotografeerd worden.

Maar de meeste anderen kijken met overgave in de lens. De geportretteerden zijn niet noodzakelijk van cruciaal belang voor het leven van Goslinga. Ook hoeven zij niet een langdurige rol te hebben gespeeld. Bijvoorbeeld het indringende portret van een vrouw staat bij het schema van de stamboom Eigen omgeving omschreven als: 'c16 buurvrouw 2004-2006'. Het is een van de mooiste foto's op deze tentoonstelling.

Zoon en kleinzoon van oma's neef staan naast elkaar in overall bij een boom in een landelijke omgeving, de blik onverschrokken in de camera gericht. (Slechts twee van de 96 foto's zijn in een stedelijk decor genomen.) De besnorde zoon lijkt een man uit één stuk, een behulpzaam persoon die je graag als buurman zou willen hebben. Maar zo eenduidig zijn de foto's van Goslinga niet. Een goed portret is net zo min eenduidig als de geportretteerde zelf.

Het middelpunt van Family Tree is Goslinga zelf, hoewel hij zelf nergens op een foto te zien is. Al die mensen vullen de lege ruimte om hem heen in en zo ontstaat toch een beeld van Goslinga, zij het diffuus. Dat beeld verandert, doordat zijn leven verandert. Zijn stamboom groeit, zodat hij over tien jaar een andere, nog rijkere boom zal kunnen tonen.

Het idee voor Family Tree is even origineel als eenvoudig. Door Goslinga's talent blijkt het ook een rijk idee te zijn. Het hangt (ook door de inrichting van de tentoonstellingsruimte) tegen de conceptuele kunst aan. Warm-conceptueel zou de beste benaming zijn.

Ringel Goslinga: Family Tree, in Foam 3h, t/m 7/3. www.foam.nl. Fotograaf Ringel Goslinga maakt klassiek aandoende serie portretten 'Family Tree'