zaterdag 26 maart 2011

DANA LIXENBERG

Date: March 10th, 2011
Name: Dana Lixenberg
Location: Amsterdam
Profession: Photographer
For: NRC Weekblad (published 26th of march)

SPREKEND: Dana Lixenberg

Vandaag in NRC Weekend (zaterdag 26 maart & zondag 27 maart 2011): Dana Lixenberg.
De Nederlandse Dana Lixenberg (46) is een succevol fotograaf in New York. Naar aanleiding van de tv-serie fotografeerde ze op locaties van A'dam en E.V.A. Deze stillevens zijn vanaf deze week te zien in museum Foam. Tegelijkertijd verschijnt het boek Dana Lixenberg - Set Amsterdam.

Door Rosan Hollak
Foto Ringel Goslinga

donderdag 24 maart 2011

SPRING CATALOG IDEA BOOKS


Idea Books is an international wholesaler and distributor of high quality books and catalogues on contemporary architecture, art, photography, design, fashion, and film. You can find their books at specialised bookshops, museum stores, and web retailers throughout the world. Roger Willems just finished the Spring Catalog 2011 with cover design by Karel Martens. At page 40: Ringel Goslinga - City People, Roma Publications, Amsterdam 2011, Idea Code 11049.

zaterdag 19 maart 2011

JACK WOUTERSE

Date: March 16th, 2011
Name: Jack Wouterse
Location: Rotterdam
Profession: Actor
For: NRC Weekblad (published 19th of march)

SPREKEND: Jack Wouterse

Vandaag in NRC Weekend (zaterdag 19 maart & zondag 20 maart 2011): Jack Wouterse.
Acteur Jack Wouterse (soest, 1957) bereidt zich voor op de solovoorstelling SLAAF bij het Ro Theater. Woensdag speelde hij een openbare repetitie. Hij kwam deze week vooral in het nieuwes door een heftige ruzie met twee stadswachten in Rotterdam.

Door Birgit Donker
Foto Ringel Goslinga

25 JAAR GEUZENPENNING

Jubileumboek 'Mensen recht doen. 25 Jaar Geuzenpenning (1987-2011)'

Voor de Geuzenpenning is 2011 een jubileumjaar. De Geuzenpenning is op 14 maart 2011 voor het 25ste jaar uitgereikt aan de Afghaanse mensenrechtenactiviste Sima Samar en aan de Nederlandse krijgsmacht. Ter ere hiervan heeft de stichting een jubileumboek uitgegeven. Op bladzijde 180 zijn twee portretten geplaatst die ik heb gemaakt van Toninho Norden en Sima Samar.

Stichting Geuzenverzet 1940-1945
Postbus 1002
3130 EB Vlaardingen

vrijdag 18 maart 2011

KORPORAAL NORDEN

De Volkskrant
Vrijdag 18 maart 2011, pagina 11

In april 2008 verloor korporaal Norden in Uruzgan zijn benen als gevolg van een explosie. In 2011 wil hij carrière maken als militair, niet als burger.

Door Noël van Bemmel
Foto Ringel Goslinga

maandag 14 maart 2011

KADER ABDOLAH

Date: February 24th, 2011
Name: Kader Abdolah
Location: Delft
Profession: Writer, Poet and Columnist
For: NRC Weekblad (published 12th of february)

zondag 13 maart 2011

@ SUNDAY BOOK FAIR

The Temporary Stedelijk 2 - Sunday Book Fair
Recente publicaties binnen het discours van de hedendaagse kunst zijn aanleiding voor dicussie, geleid door internationale wetenschappers, curatoren en critici.

Datum: 13 maart 2011
tijd: 13:00 - 14:30 (lezingen) en 14:30 - 17:00 (boekenbeurs)
Locatie: Auditorium en Museum Cafe

Kunstinstellingen en kleine uitgevers bieden een grote verscheidenheid aan publicaties over hedendaagse kunst en kunsttheorie. Vaak hebben deze uitgevers een niche, waarin zij bijdragen aan het internationale discours. Tijdes de Sunday Book Fair - voor het eerst in het museum - biedt het museum een podium aan recent verschenen kunstenaarsboeken, catalogi, readers, overzichtswerken etc. Kleine uitgevers presenteren hun nieuwste uitgaven in Pecha Kucha stijl in het Auditorium, gevolgd door een boekenmarkt in het Temporary Cafe.

WORK SEEN - Vincent Mentzel

WORK SEEN: Het oog van Nederland - foto Vincent Mentzel - zaterdag 12 maart 2011 v.a. 17:30

De tentoonstelling duurt tot en met 19 juni 2011
Kunsthal Rotterdam
Westzeedijk 341
3015 AA Rotterdam

zaterdag 12 maart 2011

SPREKEND: Kader Abdolah

Vandaag in NRC Weekend (zaterdag 12 maart & zondag 13 maart 2011): Kader Abdolah.
Schrijver Kader Abdolah (Iran, 1954) kwam in 1988 als asielzoeker naar Nederland. Hij schreef het Boekenweekgeschenk dat volgende week verschijnt. "Ik wilde liefst naar Amerika. Het werd Apeldoorn."

Door Elsbeth Etty
Foto Ringel Goslinga

dinsdag 8 maart 2011

Vriend of vijand in mijn stad

De volgende recensie is overgenomen van:
PhotoQ - Recensies - Boeken

Vriend of vijand in mijn stad
8 maart 2011 »
door Han Schoonhoven

Elk mens is om en nabij zeven handdrukken verwijderd van ieder ander mens. In zijn nieuwste publicatie, City People, maakt fotograaf Ringel Gosinga dit soort verbanden tastbaar.

August Sander portretteerde een persoonlijk overzicht, zijn wereld, de maatschappelijke orde in het Duitsland van begin twintigste eeuw. Hij bundelde die foto’s in een boek: Antlitz der Zeit. Sechzig Aufnahmen deutscher Menschen des 20. Jahrhunderts. Eigenlijk is City People niet zoveel anders. Portretten van mensen die een rol spelen in het leven van Goslinga’s favoriete neef Juda, zoon Yvan en zijn beste vriend Jeroen. Vervolgens fotografeerde hij zijn directe buren, bewoners van zijn straat, buurt- en andere stadgenoten, eigenaars en personeel van door hem bezochte winkels en zijn naaste collega’s. Goslinga en Sander, portretfotografen met een uitgesproken humanistische interesse en behoefte aan ordening, zoiets.

Ringel Goslinga fotografeert dus in zijn eigen stad, op zwart-wit film, met een technische camera. Wanneer historici uit volgende eeuwen zich in de Amsterdamse archieven begeven en daar het verzameld werk van deze fotograaf aantreffen raken ze in de war. Grote zwart-wit negatieven van een professionele fotograaf uit het tweede decennium van de 21ste eeuw? Dat kan toch niet, die moeten geantidateerd zijn. Dat is twintig jaar na de digitale revolutie! Maar nee, de datering klopt. Alle opnamen in dit hagelnieuwe boek zijn de afgelopen jaren gemaakt met een forse analoge camera, echte negatieven en zo’n doek.

Net als in zijn eerste publicatie, Family Tree, fotografeert Goslinga dicht op de huid. Het werkt, die pasfoto’s in de derde graad, maar dan ontstaat er bij mij gaandeweg behoefte aan context. Ook in City People is daarin voorzien. De fotograaf neemt af en toe wat meer afstand en maakt gebruik van het ‘Amsterdams Behang’, zoals portretfotograaf Philp Mechanicus het noemde: bakstenen muren. Er verschijnt soms vegetatie in beeld of een deel van een straat, zodat de serie kan ademen.

Dankzij Jeanni weet ik mij twee handdrukken verwijderd van Jimi Hendrix. Dat betekent op zich niets, maar vind ik toch een grappig idee. ‘Don’t be a stranger’. Goslinga maakt portretten van stadgenoten, laat Amsterdam krimpen en dat is waarschijnlijk beter zo.

City People
fotografie: Ringel Goslinga
ontwerp: Hans Gremmen
paperback, 15,5 bij 20 cm, 304 pagina’s, 122 foto’s in zwart wit
uitgever: Roma publications
oplage: 600
prijs: 29,50 euro

Goslinga bladert door zijn nieuwe boek op: www.youtube.com

maandag 7 maart 2011

Sunday Book Fair

Sunday Book Fair
March 13, 2011, 13.00 – 17.00

Location: Auditorium and Museum Café, The Temporary Stedelijk 2
Stedelijk Museum
, Paulus Potterstraat 13, 
1071 CX Amsterdam
Free entrance with valid museum ticket

Art institutions and small publishing houses in the Netherlands offer a wide variety of publications that focus on contemporary art and art theory. Often with a particular emphasis in subject matter, these publishers contribute in a significant and meaningful way to the international discourse of contemporary art. With the Sunday Book Fair – organized for the first time at the museum – the Stedelijk aims to be a platform for the presentation of recently published artists books, readers, catalogues, encyclopedia’s, etc. inviting publishing houses of a modest scale to pitch their new books in the Auditorium of the Stedelijk, followed by a book fair in the museum café. So if you are looking for the latest book in the shop, come in and find out!

On this occasion, Roma Publications will present its 150th issue, ‘No mirror can guard you’ by Nickel van Duijvenboden. The author will give a short reading in the auditorium. Afterwards, also the artists Ringel Goslinga and Irene Kopelman will be present to sign their latest Roma books.

Program:

12.30 Auditorium is open
13.00 Brief presentations of each participant of the Sunday Book Fair:
- Basis Aktuele Kunst (BAK), Utrecht
- Roma Publications, Amsterdam
- Onomatopee, Eindhoven
- Alauda Publications, Amsterdam
- de Appel arts centre, Amsterdam
- CASCO – Office for Art, Design and Theory, Utrecht
- Witte de With, Rotterdam
- Octavo Publications, Amsterdam
- Kunstverein, Amsterdam
- SKOR, Amsterdam
- post editions, Rotterdam
- Valiz, Amsterdam
- If I Can’t Dance, I Don’t Want To Be Part Of Your Revolution, Amsterdam
- Uitgeverij De Buitenkant, Amsterdam
14.30 Book Fair at the Stedelijk Museum Café
17.00 End of Book Fair

vrijdag 4 maart 2011

WORK SEEN - Lee To Sang

In 1997 zit Lee To Sang ruim 30 jaar in de fotografie. Hij is niet moe. Hij doet nog altijd zijn best. ‘Heeft u ook een droom, meneer To Sang?’ vraagt Johan van der Keuken hem. ‘Ja, de schilderkunst’. Nu moet hij nog werken voor zijn huis en zijn gezin. Maar als hij 65 is dan gaat hij schilderen. Fotografie is een kleine kunst. Schilderen is een grote kunst. Je zet een lamp op een stuk papier en kijkt dan naar het witte vlak. Langzaam vormt het beeld zich voor je geestesoog en als het er is kan je het soms in een kwartier schilderen. (tekstfragment afkomstig uit de film 'To Sang Fotostudio')
WORK SEEN: Vanmiddag ging ik op bezoek bij Lee To Sang en kreeg een kijkje in de keuken van zijn schilderskunst anno 2011.

Ringel as Lee To Sang

Op de foto als Lee To Sang, met de camera die hij jarenlang gebruikte in zijn studio aan de Albert Cuypstraat, vlak voordat ik het portret bij hem ga langsbrengen.

woensdag 2 maart 2011

Kringen rond Ringel

Vandaag (woensdag 2 maart 2011) in PS Kunst van Het Parool: 'Kringen rond Ringel' door Mark Moorman.

Ringel Goslinga heeft in City people de mensen uit zijn eigen leven gefotografeerd - van zijn geliefde tot zijn favoriete kassajufrouw. En daarmee maakte hij ook een intrigerend portret van de stad Amsterdam en zijn bewoners. 'City people gaat over mijn dorp Amsterdam'.

Mark Moorman

Hoeveel mensen komt u tegen in, zeg, een week? Met hoeveel mensen heeft u vandaag, woensdag, gesproken? En dan echt alle mensen, van de gemompelde groet in de lift, tot en met de moeders en vaders op school, uw collega’s, de groenteman en dan dichter bij huis, uw geliefde, uw kinderen? Heeft u uw moeder al gebeld, vandaag, deze week? Hoe groot is uw kring eigenlijk, van uw naasten tot, in die buitenste cirkel van het alledaagse uw favoriete kassamedewerker bij de supermarkt?
En nog eens iets: is er verband tussen de omvang van de groep mensen die iemand om zich heen verzamelt en ons welzijn, of gaat het uitsluitend om de kwaliteit van de verbanden? Er zijn mensen (een stuk of 500.000.000) die precies kunnen aangeven hoeveel vrienden ze hebben, maar dan wel in de definitie van het sociale netwerk Facebook, dat het woord ‘vriend’ geannexeerd heeft en er een hele nieuwe betekenis aan heeft gegeven.
Als tegenhanger van een nieuwe generatie die moeiteloos honderden, zo niet duizenden vrienden verzamelt, hoor je de laatste tijd veel over Dunbar’s Getal, genoemd naar de Britse antropoloog Robin Dunbar. Hij kwam na een studie van verschillende samenlevingsvormen tot de conclusie dat een mens in staat was tot ongeveer 150 betekenisvolle relaties. Honderdvijftig vrienden (inclusief familie) is een gemiddelde, maar het idee is wel dat als je daar ver boven komt je aan de andere kant weer mensen begint te verliezen, al was het maar omdat er geen tijd is om ‘betekenisvol’ te zijn.
De Nederlandse fotograaf Ringel Goslinga (1969) is gefascineerd door de mensen om zich heen, al was het maar omdat exact in het midden van de kringen rond de fotograaf de fotograaf zelf te vinden is.
In 2007 had hij zijn eerste expositie in Foam met Family Tree (dat in 2008 in boekvorm verscheen), een intrigerende poging om zijn eigen stamboom in kaart te brengen. Hij volgde vier lijnen: zichzelf, zijn beide ouders, die scheidden toen Goslinga drie was, en zijn vriendin.
En in elke lijn zocht hij mensen op die hij op klassieke wijze, in zwart wit, portretteerde. ‘Family Tree is een zelfportret van Goslinga zonder dat hij zelf in beeld komt,’ schreef Jos Bloemkolk in deze krant naar aanleiding van de expositie.
En nu is City people verschenen, waarin Goslinga zijn eigen, particuliere stadsleven vastlegt. Net als Family tree is de fotograaf zelf de onzichtbare steen in de vijver en zien we alleen de kringen die hij veroorzaakt.
De stad uit City people is Amsterdam, en de ‘people’ zijn onderverdeeld in een aantal categorieën die met de camera worden onderzocht. De kring van neef Juda, een acteur, de kringen rond bevriend stel Noëlle en Jeroen, de wereld rond zijn pasgeboren zoon Yvan, de buren in het gebouw in Westerpark waar hij tot voor kort woonde, de mensen in de straat, de leveranciers en winkeliers en de werkrelaties.
Tenslotte een hoofdstuk over de mensen in de stad, toen de fotograaf erop uit ging en aan mensen wiens blik hij op een of andere manier ving vroeg of hij ze mocht fotograferen. En daarmee legde hij de vluchtige ontmoeting vast, essentieel onderdeel van het stadsleven.
Goslinga brengt zijn onderzoek in City people, en eerder in Family tree, zonder aarzelen in verband met het feit dat zijn ouders scheidden toen hij een jaar of drie was. “Als kind zag ik al dat hun levens zich opsplitsten in twee verschillende verhaallijnen, in twee verschillende werelden. Eens in de drie weken woonde ik bij mijn vader die in allerlei opzichten een buitenbeentje was. Als kind hou je je al bezig met de vraag hoe dit in elkaar zat en waar jezelf eigenlijk stond.”
Zijn vader was geboren als zoon van een zendingsarts in Nederlands-Indie. In de oorlog had de familie in een Jappenkamp gezeten; toen de familie na de oorlog werd verenigd ging de grootvader van Ringel weer op pad voor de missie. Zo groeide de vader van Ringel zelf praktisch zonder vader op, iets dat een diepe wond achterliet. Toen Ringel, na zijn studie aan de Amsterdamse fotoacademie had besloten zich in zijn familieleven te verdiepen, merkte hij dat het project Family tree hem het perfecte alibi verschafte om zijn eigen, uiteengevallen familie niet alleen met onbeschaamde nieuwsgierigheid tegemoet te kunnen treden, maar ook, in zekere zin, de geweken verhaallijnen weer bij elkaar te brengen.
Na de middelbare school wilde Ringel ‘iets medisch’ gaan doen, maar dat had misschien meer te maken met het voortzetten van de ‘medische lijn’ in de familie, met beide ouders die arts waren. Hij ging fysiothearapie studeren, maar ondertussen lag zijn hart al bij de fotografie. Hij had op zijn tiende, vlak voor een schoolreisje, een toestel gekregen en werd als vrij verlegen jongentje de officieuse fotograaf van de klas. “Ik ging feestjes fotograferen en waagde me met mijn camera wel op de dansvloer. Ik merkte dat ik opeens een rol kreeg: ik was ‘de fotograaf’.
En dan was er nog zoiets als ‘het leven van de kunstenaar’, zoals Ringel dat zag bij een tante, die nauwelijks kon rondkomen, maar een wonderbaarlijk aantrekkelijk bestaan had. En ze kon tekenen; uit het niets een boom met eekhoorns, op verzoek van haar betoverde neef. Later hoorde hij verhalen van een oom die op de grote vaart had gezeten, en die ooit fotograaf Ed van der Elsken aan boord had gehad. Zou met een camera om de nek ook het leven van een Van der Elsken in de buurt komen? Het was de eerste fotograaf die hij bewonderde; die harde zwart-wit beelden van de straat, lekker op pad en dan maar kijken!
Maar op de fotoacademie moesten ze aan een andere fotograaf denken, toen ze zagen in welke richting zijn stijl zich ontwikkelde: ‘’Ken je Koos Breukel?” Hij besloot om bij Breukel, meesterportretfotograaf, langs te gaan. “Zijn assistent ging net met zwangerschapsverlof en zijn hond legde meteen zijn hoofd op mijn schoot.” Het pleit was beslecht en Ringel Goslinga werd de assistent van Koos Breukel, waar hij jaren in de doka werkte en leerde hoe hij museumafdrukken van 50 bij 60 moest maken. Hij weet zijn allereerste les nog: zorg dat er geen fixeer aan je vingers zit als je tenminste niet je eigen vingerafdrukken op de print wil terugvinden.
Was het niet lastig om als beginnend fotograaf onder de vleugels van een fotograaf met een sterke signatuur als Breukel te schuiven? Maar voor Ringel was het helder: “Koos zoekt de pijnkant van het leven op en ik zoek mezelf in mijn directe omgeving.” Beide fotografen zijn ouderwetse analoge fotografen, die met grootbeeldcamera’s werken. De geportretteerden worden nadrukkelijk gefotografeerd: ze kijken naar een fotograaf die van het nemen een heel technisch ritueel maakt. Misschien hebben de meeste foto’s van Goslinga daarom iets ernstigs, iets plechtigs bijna. Dit is ver verwijderd van de uit de heup geschoten snapshot, waarin het leven wordt betrapt. De fotografie van Ringel Goslinga heeft zijn wortels in de vroege fotografie.
En wie zichzelf zoekt vindt altijd meer dan waar hij misschien rekening mee hield. De kringen rond Ringel raken talloze andere levens in de stad. De verslaggever komt in City people een aantal mensen tegen die hij zelf kent: de voormalige galeriehoudster die kinderboeken schrijft en een van de buurvrouwen van Ringel die ooit in de filmpromotie zat. Het is het fotografische equivalent van het plotseling opduiken van wederzijdse kennissen.
“City people is voor mijn zoontje. Ik merkte dat zo’n klein mannetje al een hele wereld om zich heen heeft.”
Die eerste kring van zoon Yvan werd de eerste cirkel van City people. Ringel fotografeerde de vroedvrouw, de ambtenaar die zijn zoon inschreef, zijn schoonouders en Géraldine, ‘moeder van Yvan’. En haar kenden we al uit Family tree, waar ze figureert als ‘girlfriend’.
Met dit boek voor zijn zoon heeft hij misschien ook een boek voor zijn vader gemaakt. En heeft hij antwoord gekregen op de vraag die hij zichzelf als kind al stelde: waar sta ik zelf eigenlijk? Kijk naar de kringen: precies tussen zijn vader en zijn zoon.

Ringel Goslinga: City People. Roma, €29,50.
Bij de betere boekhandel of via www.orderromapublications.org

THE SON, HIS NURSE, HER PHOTOGRAPHER AND HIS LOVER

Copied from: BLOGLOVIN

City People, a new book by photographer Ringel Goslinga shows the people of Amsterdam in the way that they are connected to eacht other. By taking pictures of his friends, family, neighbours, and people they share their lives with, he created a document of the city. It’s personal and divers, some faces are beautiful, some interesting, some old and some familiar, but never boring because you get to see lives. The girl who works in the comic bookstore he goes to, his cousin, the woman who lives down the street, the man that fixes his car. It all tells the story of a modern city that isn’t as big as it looks.